Oudste aandeel ter wereld in Hoorn’s archief gevonden

9-9-2010 VOC-aandeel door student aangetroffen in Westfries Archief

HOORN - Geschiedenisstudent Ruben Schalk (25) heeft recent in het Westfries Archief in Hoorn het oudste aandeel ter wereld gevonden. De unieke vondst van het VOC-aandeel werd donderdagmiddag in Enkhuizen bekend gemaakt. Het document is vanaf vrijdag in een speciale VOC-expositie in het Westfries Museum in Hoorn te zien. De site Hoorngids.nl meldde op 29 augustus al dat er een unieke VOC-vondst was gedaan. Het document werd donderdagmiddag rond 16.00 uur in de Westerkerk in Enkhuizen getoond, waar genodigden en pers een eerste blik konden werpen op het oude VOC-aandeel. Het aandeel is op 9 september 1606 door de VOC in Enkhuizen uitgegeven en staat op naam van Pieter Harmenszoon. Die kocht het 404 jaar geleden voor 150 gulden. Het is 3 weken ouder dan het ’vorige’ oudste bekende aandeel. Dat had inmiddels een vraagprijs van 6 miljoen Euro, maar dat document zal door de nieuwe vondst in waarde verminderen. Het nieuwe ’oudste’ aandeel heeft mogelijk dus ook een waarde van vele miljoenen...

Burgemeester Jan Baas van Enkhuizen onthulde de goed geheim gehouden ”spectaculaire VOC-vondst”. Dit deed hij samen met de student die de vondst deed in het Westfries Archief in Hoorn en de directeur van dit archief. Historicus Hans Goedkoop, bekend van televisieprogramma’s, praatte het programma aan elkaar. Er was veel belangstelling van de landelijke pers. Enkele nieuwsrubrieken zullen het grote nieuws donderdagavond brengen.

Directeur Dirk Dekema van archief in Hoorn over het oudste aandeel ter wereld: “Dit overtreft eerdere vergelijkbare vondsten. Bovendien heeft deze vondst interessante consequenties voor het beeld dat we tot nu toe van de VOC als handelsonderneming hadden.” De mondiale handel in effecten begon 20 maart 1602 vanuit Amsterdam en verspreidde zich later over de aardbol.

Nieuw inzicht
Dankzij de vondst en onderzoek van de Universiteit Utrecht is duidelijk geworden dat de VOC aanvankelijk veel meer financiële problemen had dan tot nu toe bekend was en dat de bedrijfsvoering niet soepel verliep. Naast de uitgifte van aandelen sloot de VOC leningen af bij onder andere particulieren om de expedities te kunnen bekostigen. Vanwege de financiële nood keerde de VOC in het begin geen dividend uit. Pas toen de aandeelhouders in opstand kwamen, kregen zij vanaf 1610 dividend uitgekeerd, deels in geld en deels in specerijen. Hun aanspraken op zeggenschap in de bedrijfsvoering bleven echter ontbeantwoord. Dit komt niet overeen met het bestaande beeld van de VOC als eerste moderne ‘open’ onderneming. Overigens behielden de aandeelhouders wel recht op dividend.

Het vorige ”oudste aandeel ter wereld” is ook van de Nederlandse Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) en is gedateerd 27 september 1606. Dit aandeel speelde nog een ’hoofdrol’ in de in Amsterdam opgenomen speelfilm Ocean’s 12 met de acteurs Pitt, Clooney en Damon.

Oudste Aandeel in Westfries Museum
Vanaf 10 september staat het aandeel centraal in een tentoonstelling over de VOC in het Westfries Museum in Hoorn. Behalve ’s werelds oudste aandeel is er ook het grootboek van de VOC-kamer Enkhuizen te zien. In dat grootboek staat de inschrijving van Pieter Harmensz vermeld. Ook het octrooi (de oprichtingsakte) van de VOC van 20 maart 1602, is speciaal voor deze tentoonstelling overgebracht vanuit het Nationaal Archief. De tentoonstelling is tot en met 21 november 2010 te zien. Het Westfries Museum bevindt zich aan de Roode Steen 1 in Hoorn. Het museum is van maandag t/m vrijdag van 11.00 tot 17.00 uur geopend en op zaterdag en zondag van 13.00 tot 17.00 uur.

Geschiedenis VOC-aandelen:
De ontdekking van de zeeweg naar Indië - eertijds de naam voor Indië, Maleisië en heel Zuidoost-Azië - door de zeevaarder Dom Vasco da Gama in 1499 legde de basis voor de koloniale hegemonie van Portugal in de Indische Oceaan. In de volgende 100 jaar werden ca. 200 tochten rond Kaap de Goede Hoop naar het Oosten ondernomen. Beweegreden was allereerst de specerijenhandel; rond 1600 had men echter nog andere handelsobjecten in het Oosten ontdekt, die een belangrijkere plaats innamen dan kruiden.

Reeds aan het einde van de 16de eeuw besloten Nederlandse kooplieden in verschillende steden de invoer van peper uit Azië zelf in handen te nemen. Ter financiering van de schepen en hun uitrusting ontstonden zogenaamde voorcompagnieën, bv. de Brabantse Compagnie, de Rotterdamse Compagnie, de Compagnie van Verre, die wederom met de Tweede Compagnie in Amsterdam fuseerde en vanaf dan Oude Compagnie genoemd werd. Deze voorcompagnieën rustten binnen nauwelijks enkele jaren 65 schepen uit, verdeeld over 15 vloten, waarvan er tenslotte ca. 50 volgeladen met koopwaar terugkwamen. Ze bevochten de Portugezen, de Engelsen, maar ook elkaar. Het gevolg was een enorme daling van de specerijprijzen. In zoverre waren het vooral economische redenen die de Nederlandse kooplieden ertoe aanzetten om samen te werken; het verstand verlangde een nationale samensmelting.

Op 20 maart 1602 fuseerden op initiatief van de ”landsadvocaat” van de provincie Holland Johan van Oldenbarnevelt (1547-1619) en de latere gouverneur-generaal Graaf Johan Maurits van Nassau (1604-1679) de ”voorcompagnieën” van Holland tot een grote maatschappij met als naam Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) . De nieuwe maatschappij kreeg van de Staten-Generaal een vrijbrief die haar soevereiniteitsrechten verleende, die voor de toekomstige ontwikkeling van groot belang waren.

Deze maatschappij betekent de doorbraak van de eerste en spoedig beslissend blijkende wereldwijd dominerende grootste handelsvennootschap van die tijd. De VOC vertoonde reeds fundamentele kenmerken van de moderne naamloze vennootschap (NV) en gaf daarmee uiteindelijk de aanstoot tot de latere economische en financiële geschiedenis.

Het bestuur van de vennootschap was aanvankelijk in handen van zes kamers (vestigingen) in belangrijke handelssteden: Amsterdam als zwaartepunt, Zeeland, Delft, Rotterdam, Hoorn en Enkhuizen.
Elke kamer leverde haar eigen bewindhebbers voor het in totaal 75-koppige algemeen bestuur, waaruit dan het eigenlijke dagelijks bestuur gekozen werd (”de Heren XVII”).

Het oorspronkelijk bijeengebrachte aandelenkapitaal bedroeg 6.424.588 gulden, een fenomenale som naar toenmalige verhoudingen.
Doorslaggevend voor het succes van de kapitaalverwerving was het besluit van de oprichters de inschrijving voor het brede publiek te openen en de eigenaars van aandelen als vennoten op te nemen.
Zo werden de aandelen , meestal tegen een nominale waarde van 3000 gulden, spoedig aan de man gebracht. Handel in aandelen was mogelijk, want elke Nederlander kon ze kopen en ook weer verkopen. Niet de regering van het moederland bepaalde de koers, maar een onafhankelijke, in winst geïnteresseerde naamloze vennootschap.
Tot haar ondergang was de VOC heer en meester over 150 handelsschepen, 40 oorlogsschepen, 20.000 zeelieden, 10.000 soldaten en bijna 50.000 burgers in loondienst; daarenboven speelde ze het klaar dividenden van 40% te genereren. De afgunst van alle rivalen was verzekerd.

Haar handelswegen verbonden Japan, China, Indië, de Perzische Golf, Afrika en Europa en al deze landen met Amsterdam.
Tot het midden van de 18de eeuw slaagde de VOC erin haar dominante positie in economisch en politiek opzicht te behouden, ze groeide uit tot de grootste monopolistische maatschappij van haar tijd en was bovendien tot op dat moment de eerste Europese macht in Indië. Na 198 jaar bestaan werd de vermoedelijk belangrijkste onderneming in de geschiedenis van de wereldhandel op 31.12.1799 opgeheven. Tengevolge van wanbeheer waren schulden van 110 miljoen gulden ontstaan, die door de Nederlandse staat overgenomen werden.

Reacties
Reactie: (redactie)
15-9-2010, 09:08
Ruben Schalk vond eerste VOC-aandeel: ’Je moet wel nieuwsgierig zijn’ (bron: dub.uu.nl)
Elk nieuwsmedium besteedde vorige week aandacht aan de vondst van het oudste aandeel van de wereld. Tijdens het schrijven van zijn masterscriptie stuitte geschiedenisstudent Ruben Schalk in het Westfries Archief in Hoorn op dat document. Bijna driekwart jaar moest hij zijn mond houden. "Alleen enkele familieleden en echt goede vrienden kon ik erover vertellen.”

Pas vorige week, precies 404 jaar na de dagtekening van het aandeel, werd de vondst wereldkundig gemaakt. Het aandeel is bijzonder omdat het zo oud is, maar ook omdat aantekeningen over dividend-uitkeringen aangeven dat de VOC het financieel veel lastiger had dan tot nu toe gedacht.

Hoe was het om middelpunt van al die media-aandacht te zijn?
“Hectisch. Je wordt even helemaal geleefd. Ik had niet verwacht dat er zo veel aandacht voor zou zijn. Maar ik moet zeggen dat veel journalisten er echt iets goeds van hebben gemaakt, ook inhoudelijk. Vooral het item van RTL vond ik aardig. Daarin gingen ze met zwart-witbeelden echt in op de historische betekenis van het aandeel.

Hoe verklaar je al die belangstelling?
“De VOC en de Gouden Eeuw spreken erg tot de verbeelding. Dat merk je telkens weer. Maar daarnaast vonden die kranten en tv-zenders het extra interessant dat een student dat aandeel had gevonden. Van een wetenschapper verwacht je misschien zoiets, maar van een student … Veel mensen denken toch dat je als student alleen maar feest en drinkt. In de reacties op internetsites stond ook een paar keer zoiets als ‘gelukkig dat er ook nog hardwerkende studenten zijn’.”

Was het hard werk of was het geluk?
“Het was een combinatie van geluk en nieuwsgierigheid, denk ik. Natuurlijk moet je het stuk maar net in handen krijgen, maar je moet er vervolgens ook wat mee doen. Verschillende mensen hebben het document gezien, zonder dat ze de betekenis ervan doorgrondden. Ik was nieuwsgierig genoeg om er net even wat meer aandacht aan te besteden.”

Wanneer had je door hoe bijzonder het was?
“In eerste instantie dacht ik dat het om een lening ging. Mijn begeleider Oscar Gelderblom vroeg zich naar aanleiding van mijn beschrijving in mijn archiefinventarisatie af of het niet om een aandeel kon gaan. Toen hij een kopie had gezien met de dagtekening van 6 september 1606, kwam de vraag naar boven of dit niet het oudste aandeel ooit kon zijn. Thuis ben ik gaan googlen op ‘oudste aandeel’. Ik kwam terecht op een site waarop een fotokopie van het tot dan toe oudste aandeel stond afgebeeld. Mijn aandeel was 20 dagen ouder. Het geeft dan wel een apart gevoel, als je zo helemaal in je eentje in je kamer tot dat besef komt.”

Dat lijkt me prachtig voor je scriptie …
“Nou, in mijn scriptie is het stuk alleen maar een voetnoot. Het was niet van groot belang voor mijn onderzoek naar bedrijfsfinanciering van Enkhuizers in de Gouden Eeuw. Ik heb er ook niet bijgeschreven dat het om het oudste aandeel ooit gevonden gaat. Wetenschappelijk is dat ook niet zo interessant.
“Helaas wist ik tijdens het schrijven van mijn scriptie nog niets over de aantekeningen over de dividend-uitkeringen. Die ga ik mogelijk nog opnemen in een wetenschappelijk artikel dat ik naar aanleiding van mijn scriptie wil schrijven.”

Waar ben je nu mee bezig?
“Ik maak deel uit van het Utrechtse team voor de Academische Jaarprijs. Met dat team willen we een online game ontwikkelen over geld in de Gouden Eeuw. Dat oudste aandeel is natuurlijk een prachtige manier om dat project onder de aandacht te brengen.
“Verder begin ik morgen aan een onderzoeksvoorstel voor een promotietraject. Dat heeft overigens niets te maken met de VOC of de Gouden Eeuw. Ik wil onderzoeken hoe universiteiten gefinancierd werden tussen 1500 en 1900.”