Boek over Hervormde Kerk van Zwaag gepresenteerd

12-11-2010

ZWAAG - In de Dorpskerk, de voormalige Hervormde Kerk in Zwaag, werd donderdag het door de Bas Baltus Stichting uitgegeven boek over de Hervormde Kerk van Zwaag gepresenteerd.

De voorzitter van de Bas Baltus Stichting, Ton van Weel, zei bij die gelegenheid:

U zult het weten, West-Friesland is rijk aan kerkgebouwen. De kerk van Zwaag is door de ontginners van het veengebied gesticht aan de rand van de zandige kreekrug als een bescheiden optrekje van tufsteen, kloostermoppen en hout. Sinds die tijd zijn uiterlijk en innerlijk door verbouwingen en restauraties tot op de dag van vandaag veranderd. Nog een week geleden was gans deze ruimte gevuld met steigers vol bouwvakkers en vrijwilligers. Grote delen van de muren kregen nog zeer recent nieuw stucwerk. De kerk is geen bouwwerk waarvan we kunnen zeggen dat deze in dat jaar door die architect is ontworpen. We hebben geen bouwtekeningen; de oudst bekende afbeelding dateert pas uit begin 18e eeuw.
 
Bijna traditioneel wordt in onze stad bij restauraties van openbare gebouwen onderzoek ingesteld naar de bouwhistorische waarden en de geschiedenis van het pand. De laatste grote restauratie van 1997 - 1998 vormt de aanleiding tot het boek van vandaag. Het toenmalig restauratiecomité laat onderzoek doen. Het manuscript dat daarvan verslag doet, komt in 2008 in handen van de Publicatiestichting Bas Baltus met de vraag of het voldoende basis biedt voor een boek. Dat blijkt niet het geval te zijn: door archeologisch onderzoek in de Zwaagse bodem zijn nieuwe feiten en inzichten naar boven gekomen. Nieuw archiefonderzoek zal leiden tot een vollediger beeld van de kerk- en dorpsgemeenschap, is de verwachting. De Stichting Behoud voelt goed aan wat we bedoelen en zij had zelf ook wel bedacht dat er meer aspecten aan bod zouden moeten komen, niet in de laatste plaats de meer menselijke kant. Toch reiken de ambities gaandeweg te ver: de meer recente geschiedenis van het dorp te boek stellen, dat blijkt een brug te ver. Die verdient een publicatie op zich.
 
Uiteindelijk bevat het boek twaalf thema’s. Hoorn mag zich gelukkig prijzen met jonge, zeer betrokken historici als Christiaan Schrickx, Jos van der Lee en Michiel Bartels. Na het wegvallen van JanPiet van der Knaap en Henk Saaltink als autoriteiten op het gebied van de lokale en regionale geschiedenis, hebben zij de rol van onderzoeker en geschiedschrijver op enthousiaste en gedegen wijze overgenomen. Christiaan, hij kon hier helaas vanmiddag niet zijn (cursus), weet veel van religieuze gemeenschappen in de late middeleeuwen. Hij heeft zich verdiept in de vroegste geschiedenis van Zwaag. Hij verruimt onze blik over de spreiding van de bevolking langs de oude Dorpsstraat en neemt ons en passant mee naar de betekenis van de sacrofagen in de kerk en naar het gebruik van het kerkgebouw door gelovigen en pastoors, alles voor de Reformatie. Jos van der Lee, mede-auteur van het boek over ’T Weeshuys in de Achterstraat, bewerkt op zorgvuldige wijze de oorspronkelijke tekst over de architectuur en de bouwgeschiedenis.
Michiel Bartels, onze stadsarcheoloog met een regionale opdracht, kijkt met een helikopterblik naar de bouwmaterialen en betrekt daar haast vanzelfsprekend andere kerkgebouwen uit de regio bij. Rita Lodde-Tolenaar duikt diep in de kerkarchieven en schrijft de geschiedenis van de kerkelijke gemeenschap na de Reformatie. Alle predikanten komen langs, de rol van de diaconie en de armen- en kinderzorg. Ook voor het onderwerp ‘Begraven in en om de kerk’ tekent Rita. Is het testament van Marijtje Hoflandt (1748) wel in overeenstemming met de wil van de overledene uitgevoerd ? vraagt zij zich af. Twee bestuursleden van de Vereniging Vrienden van het Museum van het Nederlandse Uurwerk, de heren Willem van der Krogt en Cees Tishauer, staan stil bij de bijzonderheden van het torenuurwerk en de luidklok uit 1468. Jan Jongepier, internationaal vermaard orgeldeskundige, schrijft met grote kennis van zaken en liefde over ‘zijn’ instrument. Ik heb begrepen dat Jan jammergenoeg ziek thuis is vanmiddag. Restauratie-architect Joost Buchner beschrijft inzichtelijk de laatste grote restauratie waarvoor hij zelf verantwoordelijk is, dus die van 1997-1998. Een enorme klus vol met lastige problemen. Ook de restauratiehistorie van het kerkgebouw is bij Joost in goede handen. Zo krijgt de lezer een vrij compleet beeld van de permanente strijd tegen het verval. Het laatste hoofdstuk betreft het dendrochronologisch onderzoek uitgevoerd door Sjoerd van Daalen: fantastisch toch dat we nu weten dat het hout uit het koor bijvoorbeeld gekapt is in de jaren 1435 tot 1443 en afkomstig is uit Westfalen of Nedersaksen.

Een speciaal woord van dank tenslotte voor het bestuur van de Stichting Behoud Hervormde Kerk Zwaag, met name voor de heren Douwe Hoekstra en Bene Koning. Zeer bewogen en serieuze mannen. Wij zien terug op een plezierige periode van twee jaar goede samenwerking met een mooi resultaat. Bijzondere dank daarvoor. Douwe, ik weet niet of jij of Bene een uitnodiging hebt gehad om vanavond met het boek aan te schuiven bij Pauw en Witteman. Jullie verdienen het wel.
 
Dames en heren, nu het boek er is, raad ik u aan het ook te lezen en dus aan te schaffen. Daarmee dankt u niet alleen ons als samenstellers maar ook de vrijwilligers die zo’n groot hart hebben voor hun kerk.
Tenslotte ik hoop dat door dit boek de belangstelling voor de kerk, het dorp en hun geschiedenis bij een breder publiek zal groeien.

Als vertegenwoordiger van de Zwaagse gemeenschap kreeg Ben Kalb, voorzitter van Stichting Historisch Zwaag, een eerste exemplaar van het prachtige boek in ontvangst.