Op het oer-woonwagenkamp aan het ABC: “We aten stekelvarken en distels. Heerlijk!” (2)

6-5-2011 Qwartjes Qwartiertje

vervolg deel 1
.
Onze wagen was niet zo groot. We hadden maar ’n klein slaapkamertje. Er stond een dubbel ledikant in. Mijn ouders sliepen boven, en onder sliepen de kleintjes met z’n vieren. Het was voor die kleintjes veel te koud om op de grond te slapen. De grotere kinderen moesten wel op de grond, of in de bak onder de wagen. Als er een baby werd geboren sliep die niet in het ledikant, maar in een teil of  in ’n sinaasappelkissie. Als we moesten eten deden we dat altijd buiten op de plank, of op de grond in de wagen. We hebben een prachtige jeugd gehad, ondanks die armoede. Ik had het niet willen missen. De mensen waren erg met elkaar. Buren noemde je oom of tante. Wie eens niks te eten had kon altijd wel iets van ’n ander krijgen.
.
Ongedierte liep en vloog rond in en om de wagen. Als je ’s morgens uit de wagen stapte moest je uitkijken of er geen rat in je klompen zat. De klompen stonden altijd buiten voor de trap. Als je een sneetje brood met suiker had zat dat, of je het nu binnen of buiten at, altijd boordevol vliegen. Witbrood leek zodoende altijd krentenbrood. Als we ’s avonds naar bed moesten werden eerst altijd de vliegen de wagen uitgejaagd. Dat deed mijn moeder met twee oude doeken. Vervolgens werd goed gecontroleerd of er geen ratten in de wagen waren. We stonden immers bij een sloot waar de smerigheid van de bult zo insijpelde.
.
We gingen naar Vincentius, een liefdadigheidsbeweging, om oude kleren en schoenen te krijgen. Ik kreeg eens ’n paar laarzen met veters tot aan m’n knieën. Heel mooi. Maar ik zei tegen m’n moeder dat ik liever op mijn klompen naar school bleef gaan. Het waren twee rechter laarzen. De pastoor van de kerk kwam ook vaak kijken op het kamp. Dan vroeg hij hoe het ging. Als het niet goed ging dan kreeg m’n moeder een paar bonnen voor vlees, of luiers voor het kindje. Ook konden we klompen halen voor die bonnen. Dat deden we bij Kaldenbach op de Kaasmarkt. Het enige vertier dat we als kinderen hadden was de bioscoop. We mochten er heen als we wat verdiend hadden, maar dan moest je wel een broertje of zusje op schoot nemen. Een zitplaats kostte toen een kwartje, toentertijd een kapitaal. Je zat dan vooraan, met je neus tegen het doek. Als je dan de bioscoop uitkwam had je geen nek meer over, zó zeer deed het. Dansen, als 18-jarig meisje, daar kwam niks van in. Er waren altijd kinderen om op te passen.
.
Als er tijd voor was deden we veel spelletjes. Tikkie-les, hinkelen, tollen, verstoppertje, ballen, touwtjespringen… Of bussie-gooien. Dan werd er een grote baksteen neergezet. Ieder die meedeed deed daar een cent op. Wie geen cent had legde een knoop neer. Deelnemers kregen een halve baksteen om de steen met centen om te gooien. Wie dat lukte had de centen gewonnen. Bij de Oosterpoort deden we hokkie ruilen. Hoepelen deden we met oude fietsbanden van de bult. Als het gevroren had gleden we van de klucht af in een oude teil. Want een slee hadden we niet. Fietsen hadden we ook niet. Alles gebeurde lopend. Wanneer we op de schobberdebonk gingen, deden we dat met oude kinderwagens die we van de bult haalden. Dat waren ook onze ‘woonwagens’. Dan speelden we onze ouders na, ‘reisden’ helemaal naar boven op de klucht, en waren dan ver weg van het kamp in het buitenland. Soms kwam er een vrachtwagen vol fruit naar de bult. Die lieten we dan leeg kieperen bovenop de klucht. Het hele kamp at dan dagenlang fruit.
.
We deden ook Nieuwjaar wensen bij de burgers. Wij van het kamp waren de enigen die dat deden. We zongen dan een liedje met de volgende tekst.
.
Ouwe jaartje is weggevlogen
Nieuwe jaartje komt weer aan
Heeft u geld om brood te kopen
Arme mens wat is het kou
Al is het leven nog zo zwaar
Ik wens u Zalig Nieuwe Jaar
Al is het leven nog zo zwaar
Ik wens u Zalig Nieuwe Jaar
.
Dan werden we beloond met een cent, ’n appeltje, of snoep. De mensen bedankten we altijd vriendelijk voor hun gaven. Zo ook meneer Denies van de patatwinkel op de Gouw. Hij bakte oliebollen. Als we hem Nieuwe Jaar kwamen wensen kregen we de oude oliebollen van de dag ervoor. Bij een banketbakkerij in de Lange Kerkstraat kregen we de tompoezen van de dag ervoor. Als we dan met onze gaven op het kamp kwamen was het altijd groot feest. Want zulke gaven kregen we maar eens per jaar.
.
Ondanks alles waren we wel beleefd. Dat werd ons door onze ouders geleerd. Je ouders uitschelden was er niet bij. Zei je per ongelijk “Je bent gek”, dan kwam je de eerste week niet meer buiten. Trouwens: het kwam niet in je op om ze uit te schelden. Daar waren ze, voor ons, te goed voor. Mijn vader en moeder konden niet lezen of schrijven. Mijn vader heeft het tijdens het venten geleerd van een oom. Die liet hem de namen lezen op deuren van burgers. Mijn moeder is analfabeet gebleven. Alleen geld tellen: dat kon ze wel. Voor het venten natuurlijk. Hun handel was hun eten. In de oorlog moesten we allemaal de wagens uit van de Duitsers. Ze wilden ons het IJsselmeer in drijven zodat we zouden verdrinken. We hebben het overleefd. In die tijd woonden we op het Gerritsland. Na de oorlog trokken we weer in de woonwagen. Mijn tante Madalena, een zus van m’n moeder die was weggelopen met een zigeuner, is in de oorlog met haar man en hun tien kinderen weggevoerd. Waarheen hebben we nooit geweten. We hebben nooit meer iets van hen vernomen. Toen mijn oom hoorde dat ze weggevoerd zouden worden heeft hij als eerste reactie zijn schoenen in een oude pan gedaan. Een oud zigeunergebruik, ten teken dat hij nooit meer terug zou komen.
.
We werden vaak uitgescholden door de burgers en hun kinderen. Voor ‘vieze woonwagenbewoners’ of ‘zigeuners’. Dan zeiden we tegen die kinderen: Kom maar eens kijken op het kamp. Maar dat durfden ze niet, want ze waren bang dat wij ze dan zouden verkopen of zoiets. Daar was geen sprake van natuurlijk. De bewoners hadden zelf hun wagens vol met kinderen. Er was een vrouw op het kamp die heette tante Sjaan en die had 24 kinderen. Ikzelf ben eens meegenomen door een burgerman op de fiets. Hij wilde met mij het plantsoen in vluchten. Ik was toen vijf. Gelukkig zag een neef van me het gebeuren, en die heeft me toen van die fiets getrokken en die man ’n pak slaag gegeven. Die man riep dat hij me nog wel zou pakken, maar we hebben hem nooit meer terug gezien. Wat de burgers van ons zeiden deden sommigen van hen zelf.
.
We hadden onze eigen taal. Politiemannen waren preco’s. Een meisje was een skik. Een man was een braugum, en een vrouw was een niesse. Brood was maro. Eten was bikken of nassen. Een kind noemden we grom, en kijken was spannen of loeken. Venten heette tallefen, stelen was sjoepen of sjoren, een slechte man was ’n poelebink. De pastoor was paf, een huis een kiet, en een ei was een lausie. Toen het kamp begin jaren vijftig weg moest, en naar de Bobeldijk werd verplaatst, kozen mijn ouder voor een huis op het Grote Oost. Mijn opoe, Sielie Walter, is nog wel met de woonwagen naar de Bobeldijk gegaan. Ze wilde niet in een stenen huis. Ze is 85 jaar geworden. Toen ze overleed werd haar woonwagen, naar hun geloof, in brand gestoken. Ze werd met tachtig volgwagens begraven. De mensen kwamen overal vandaan. Dat heeft nog in de kranten gestaan, met als kop: ‘De zigeunerin wordt begraven’. De politie kwam er aan te pas om het verkeer te regelen.
.
We stonden eens met honderd wagens op het kamp, met heel veel zigeuners er tussen. De zigeuners hadden op een dag heel veel kippen gekregen, in ruil voor hun handel. Die avond werd er feest gevierd. De kippen werden geslacht en schoongemaakt, aan een stuk ijzerdraad vastgezet, en op een vuur gebakken. Iedereen op het kamp kon mee-eten. Er werd om het vuur gedanst, en hun eigen zigeunermuziek gespeeld. Gitaren, violen, accordeons. Ze hadden hun kleding met de felste kleuren aangedaan. Het was net een sprookje…”
.
Tot zo ver het relaas van Josephine Emmerink, geboren en getogen op het ABC-woonwagenkamp. “Het was net een sprookje”, zegt ze na een litanie van armoe, ontberingen en discriminatie. Weggezet aan de rand van de vuilnisbelt, waar ook de tonnemannen kwamen om de shit van de burgers neer te plempen. En tòch… en tòch: net een sprookje. Uit de verhaalde mores, levensopvatting, religie, saamhorigheid en volharding destilleert zich een godvrezend volk met groot respect voor de ouders, en een hang naar wellevendheid en zilverschone kleren. Hoezeer ‘de burgers’ daar ook anders over dachten. Tussen denken en weten ligt, wat dat betreft, het ware kampverhaal. Wie nu het huidige kamp aan de Bobeldijk in ogenschouw neemt, herhaalt impulsief Josephine’s woorden. Net een sprookje.
.
Het ABC was niet echt het oer-woonwagenkamp van Hoorn. De allereerste wagens stonden aan het eind van de Nieuwe Weg (eind Koepoortsweg.). Daar werd het te vol. Begin dertiger jaren werd daarom een stuk weiland rechts van het beltpad verhard en geëgaliseerd. Er kwamen ’n paar toiletten, en één waterkraan. Het ABC dankt haar naam niet aan het feit dat er ooit, volgens de volksmond, een schoolmeester heeft gewoond. De enige die er woonde was de beltbaas Jaap Roorda. Nee: het weggetje voerde destijds naar het 15de eeuwse Geldersche Bolwerk, aangelegd tegen de gevreesde komst van ‘Grutte Pier’. Na de havenuitbreiding werden daar de pakhuizen van de Westindische Compagnie neergezet, die als namen droegen: Aruba, Bonaire, Curaçao. ABC. Na de kampverplaatsing naar de Bobeldijk heeft Always Forward nog een oefenveld op die plek gehad. Dat heeft, vanwege de onwelriekende locatie, niet lang geduurd.
.
Kun je nagaan.

Genoten van deze bijdrage van Qwartje?
Lees er hier veel meer! (http://www.hoorngids.nl/nw-7951-2/nieuws/Qwartje)

Reacties
Reactie: (Sjaak Tol)
28-12-2014, 13:17
Wally, geen trainingscomplex, gewoon een voetbalveld, met de jeugd van AF voetbalde alle 11- tallen daar. Begeleiders uit dei jaren, Piet Vissie, Piet Jongkind, Cor Hulskes, Wil Derix, mijn vader enz. Wij woonde nl. op het Kleine Oost lekker dichtbij, de twee houten kleedkamers stonden eerst bij de bijvelden van Hollandia.

Reactie: (henk de rooij)
29-5-2013, 18:46
Ik woonde op de modderbakken,met mijn vriendje Leo Walter de zoon van de pool heb ik begin jaren vijftig nog eens een wit keeshondje opgehaald. Er waren veel kuilen met water kan ik me nog herinneren.

Reactie: (Petalo)
17-2-2012, 11:59
Ik zou graag in contact willen komen met de mensen die deze foto's hebben geplaatst vanwegen familie op de foto's.

Reactie: (Simon)
11-2-2012, 16:15
Ik zou graag in contact willen komen met de mensen die deze foto's hebben geplaatst omdat er familie op de foto's staan. Aub contact opnemen

Reactie: (Wandelaar)
14-5-2011, 10:24
@Eliza Propers; Wij spannen die brogem niet.Die acro is geen geneze.

Reactie: (Sebas)
13-5-2011, 09:54
Uiteraard zijn niet alle woonwagenbewoners lieverdjes, maar dat geldt net zo min voor de zogenaamd nette burgerman (eventueel met drank op achter het stuur met de auto een kind doodrijden, bijvoorbeeld). Het gaat hier inderdaad om een geschidschrijving: hoe is het woonwagenkamp ontstaan? Hoe is maatschappelijke uitsluiting ontstaan? Hoe zijn vervolgens sociale vangnetten ontstaan (de bijstandswet van Marga Klompé, minister van Maatschappelijk Werk moest juist mensen uit de armoede en criminaliteit brengen). Juist als mensen wegkijken van andere mensen raken die andere mensen geïsoleerd en ontstaat er een subcultuur die achteraf moeilijk weer in normale banen te geleiden is. In ieder geval nogmaals mijn waardering voor deze reeks verhalen van Qwartje. Een welkome aanvulling op mijn kennis als stadsgids (de 17e eeuw is ook boeiend hoor, maar dit staat toch wat dichter bij onze huidige belevingswereld).

Reactie: (nomen nescio)
13-5-2011, 00:06
@F. de Koning: U begrijpt het verhaal van @Qwartje niet en spuit gelijk de (on)nodige vooroordelen, terwijl u misschien Frans Bauer (ook woonwagenbewoner) ''bewondert''; beetje vreemde redenering van u.

Reactie: (elisa ropers)
12-5-2011, 21:26
ja ,wij hebben onze jeugd ook op het kamp doorgebracht en egeltjes geeten ,mijn ervaring was niet zo romantisch, mijn vader was gevangen genomen door de duitsers en kunnen vluchten ,hij zat daar niet voor zijn plezier,en wie is zo dom om de taal te leren aan de burgers , dat is wel niemand van ons hoor toch niet manoech

Reactie: (Wally Ooms)
10-5-2011, 21:19
Het is me altijd bijgebleven dat ik als heel klein jochie en lid van Always Forward heb gevoetbald op ‘De Bult’. Pas later ben ik me gaan afvragen wat we daar in vredesnaam te zoeken hadden, want het sportcomplex zelf stond immers op een andere plek. Door het bovenbeschreven verhaal begrijp ik dat het door Forward werd gebruikt als trainingsoord. Ik bewaar er leuke herinneringen aan. Ik heb weer genoten van dit stukje Hoornse historie, waar we Qwartje zeer erkentelijk voor moeten zijn. Geschiedschrijving in z’n meest prachtige vorm.

Reactie: (F,de Koning)
9-5-2011, 14:24
Afschaffen die broeinesten van criminelen.Wietkweek, belastingontduiking, handel in gestolen artikelen van messensets(erbarmelijke kwaliteit)tot goedekope prulhorloges. Vraagt nou niemand zich af hoe het mogelijk is dat je zulke huizen kan laten neerzetten als je daarnaast gewoon je hand ophoud en voor de extra,s oud ijzer op haalt met een vrachtwagen waar diesel in moet en een stuit belasting voor moet worden betaald?O vergeten,gemiddelde huurwoning 525 euro per maand, staanplaats kamp 160 euro. Wie is er nu gek?

Reactie: (vermeer)
9-5-2011, 00:25
ja je ziet het he de familie leeft toch veder onze opoe was ook een wallter leuk he

Reactie: (Hans Langbroek)
8-5-2011, 20:50
@wandelaar: mensen naast een vuilnisbelt laten wonen omdat ze tot een bepaalde groep behoren vind ik dus absoluut juist wél discriminatie. Je ontmenselijkt daarmee medemensen, men behandelt ze dan alsof ze minderwaardig zijn of zo. Levensgevaarlijk, gezien de verschillende historiën op verschillende plaatsen op de planeet wat dat betreft! Trots zijn op wie je bent en op wat je afkomst is okee in mijn ogen. Het "Eert uw ouders" duidt een deel van je identiteit aan, en dat geldt voor iedereen ongeacht etniciteit of wat dan ook. Daarom juist het niet als slachtoffer neerzetten van groepen: het geeft een status die een anders behandelen in de hand werkt. Uiteindelijk pakt zoiets verkeerd uit.

Reactie: (Wandelaar)
8-5-2011, 19:11
Ik had het niet over discrimineren, maar over criminaliseren. En inderdaad, zigeuners zijn niet zielig. Eerder trots. Toevallig gaat het hier wel over een familie die stuk voor stuk trots op zichzelf mogen zijn. Het toeval wil dat ik deze hele familie goed ken. Trouwens al die ouwe Horinezen waar Qwartje over geschreven heeft. Maar dit even terzijde. En dat hier wordt gesteld dat Qwartje het verhaal romantiseert vind ik ook een beetje overdreven. Ik lees een verhaal over mensen die een keihard leven hadden. Geteisterd door ziekte, bittere armoede en altijd en eeuwig opgejaagd door de bevolking en het gezag. Als je vroeger in een stad kwam en je moest op een woonwagenkamp zijn, kon je het beste vragen waar de vuilnisbelt was. Want woonwagenkampen lagen altijd naast een vuilnisbelt gesitueerd. Die bij het ABC lag zelfs naast het open riool wat vanaf de Draafsingel het IJsselmeer instroomde.

Reactie: (Hans Langbroek)
8-5-2011, 12:51
Een paar jaar terug liep ik eens door het gebouw van 't Palet in Stede Broec. Dat is een school voor speciaal onderwijs. Daar hing aan de muur een uitspraak die ik niet meer vergeet: "Niemand is zielig!" En zo is dat ook. Zigeuners zijn niet zielig omdat ze gediscrimineerd worden, ze discrimineren zelf ook. Marokkanen zijn niet zielig omdat ze gediscrimineerd worden, ze discrimineren zelf ook. Dat geldt voor iedereen en elke groep in de samenleving. Groepen ophemelen of als slachtoffer neerzetten dient niet één relevant of realistisch doel. Het gaat om hoe is het is, niet om hoe je het wilt zien. Punt is: we zijn allemaal mensen, en onder die mensen loopt een aanzienlijk aantal kolèrelijers rond. Die paar die dat niet zijn maken het allemaal weer goed, ze maken de wereld af en toe iets mooier.

Reactie: (Dylan)
8-5-2011, 10:29
Nee dat zeg en doe ik niet wandelaar. Ik heb respect voor de goeie zeg ik ook en ik ben tegen vervolging van etnische groepen. Maar zon quartje moet toch wel blind zijn als ie denkt dat horinezen het kamp een sprookje vinden. Het kamp van nu hè? Ja sprookjes van 1001 nachten in de glasbak voor wietkweek

Reactie: (Wandelaar)
8-5-2011, 09:18
En zo wordt hier weer een hele bevolkingsgroep gecriminaliseerd. Een bevolkingsgroep die net als de Joden door de eeuwen heen te maken heeft gehad met vervolging. Want het werkelijke verhaal van de familie waar het hier over gaat is dat ze in het begin van de vorige eeuw heeft moeten vluchten vanuit de Elzas Lotharingen omdat zigeuners daar vervolgd werden. Vandaar dat de oude Jacob de bijnaam De Fransman heeft.

Reactie: (okkie)
7-5-2011, 19:00
dylan niet de kamper maar zijn vriendin is er de baas. en die crmineelste kamper is ook geen echte maar komt gewoom uit het veenenlaan kwartier.

Reactie: (Dylan)
7-5-2011, 18:38
Mooie verhaaltjes van Quartje, maar hij vergeet altijd wel een paar dingetjes en romantiseert de boel. Die mevrouw zal best een mooie tijd gehad hebben maar het kamp is altijd een broeinest van criminaliteit geweest. De laatste dertig jaar zeker met schietpartijen wapens drugs en wat al niet meer. Maar ook in de zigeunertijd zal dat weinig beter geweest zijn. De goeie daargelaten natuurlijk. Dat is altijd zo. De huidige kampfamilies zijn vooral bekend vanwege dingen die weinig met romantische kampdingetjes. En die egel staat ook niet meer op tafel in die potsierlijke kasteeltjes. Dit geld trouwens ook voor De Volendammer waar Quartje ook zo mooi over schrijft. Het cafe waar iemand op klaarlichte dag door z'n kop geschoten wordt en niemand z'n muil opentrekt. Lekker volk. Waar trouwens ook een van de crimineelste kampers tegenwoordig de baas is.

Reactie: (Wandelaar)
7-5-2011, 11:23
Mooi verhaal. Bedankt. De man staand naast het deurtje van de woonwagen is Jacob Joseph Walter. Zo een beetje de hele familie Walter is voor de oorlog op het woonwagenkamp op het ABC terrecht gekomen. En kent nu vele nazaten. De stamvader van de familie had de bijnaam "de Fransman"