Provinciale Staten stemt in met motie PvdA en D66 inzake Energietransitie

24-05-2016

Tijdens de Provinciale Statenvergadering van vandaag heeft Provinciale Staten ingestemd met de motie die werd ingediend door Sandra Doevendans van de PvdA en Suzanne Klaassen van D66. De motie roept Gedeputeerde Staten (GS) op om 6 punten te onderzoeken op haalbaarheid en naar aanleiding daarvan voor de zomer terug te rapporteren naar de Staten.

 

De motie werd door Doevendans en Klaassen ingediend naar aanleiding van de Beleidsagenda Energietransitie die vandaag uitgebreid werd behandeld in de PS vergadering. Beide fracties zijn blij met het feit dat GS hiermee een begin heeft gemaakt met investeren in een duurzame toekomst van de provincie middels het vaststellen van doelstellingen voor duurzame opwekking en besparing van energie. Echter, de beleidsagenda 2016-2020 voorziet niet in doelstellingen om de CO2 uitstoot in de provincie te reduceren.

 

Indiener Sandra Doevendans: “We hebben een aantal maanden geleden samen met de Partij voor de Dieren en GroenLinks een klimaatinitiatief ingediend waarmee we het landelijke initiatief Klimaatwet van PvdA en GL naar de provincie Noord-Holland vertaalden. Hierin staan, net als in het klimaatakkoord van Parijs en het landelijke initiatief, duidelijke CO2 doelstellingen vastgesteld. We zouden graag zien dat diezelfde CO2-reductie doelstellingen worden opgenomen in de Beleidsagenda Energietransitie en denken dat het een realistische eis is om het college op te roepen de haalbaarheid van de 6 punten die we in de motie maken te onderzoeken op haalbaarheid en daarover op korte termijn terug te rapporteren naar de Staten, ” aldus Doevendans.

 

De 6 punten zijn:

1)    Doelstelling op te nemen waarbij aangesloten wordt bij de Europese en Nederlandse doelstellingen: 80-95 procent minder CO2-uitstoot en 100 procent duurzame opgewekte energie in Noord-Holland in 2050.

2)   Meerjarige klimaatplannen op te stellen met (beleids)maatregelen, in samenhang met andere overheden.

3)   In deze klimaatplannen steeds tenminste vier concrete doelen te stellen:

      a. percentage reductie CO2,

      b. percentage energiebesparing,

      c. percentage duurzame energie,

      d. een (telkens aan te passen) CO2reductie-tussendoelstelling voor 2030.

4)   Inzichtelijk te maken hoe de doelstellingen doorwerken in de verschillende beleidsterreinen, bijvoorbeeld in de uitvoeringsagenda;

5)   De CO2-voetafdruk van beleidsmaatregelen integraal mee te nemen in de beleidsontwikkeling;

6)   Jaarlijks te rapporteren over de voortgang door bijvoorbeeld een klimaatcalculatie

Provincie_Noord-Holland[1] Provincie_Noord-Holland[1]