Edelachtbare, ik was oprecht verbaast: Geen druppel gedronken, hard aan het werk en toch een boete van € 180,- op Lappendag in Hoorn! Als je nu straalbezopen ”te Lappen gaat” en gekke dingen doet, maar ik was gewoon mijn werk aan het doen. Voordat ik het wist kwam er van de Roode Steen, waar misschien wel 1000 bezopen Lappendaggers stonden, een drietal agenten aanracen om mij, eerzaam werkend burger wachtend voor een afzetting op de kruising Weel/Westersingel, aan te houden en in de cel te gooien.
Meneer de rechter, toen ik twee maanden na de Hoornse kermis een acceptgiro van de Officier van Justitie ontving wist ik eerst helemaal niet waar dit over ging. Had ik ergens 5 kilometer te hard gereden of had ik zonder blauwe kaart geparkeerd op het Betje Wolffplein want daar vergeet ik dat altijd? Na ontvangst van de boete van € 180,- had ik dan ook direct bezwaar aangetekend en gevraagd mij te laten weten waar dit betrekking op had.
Het duurde uiteraard enige tijd voordat ik antwoord zou krijgen, maar op een gegeven moment bedacht ik mij, kijkend naar de datum van het delict en de superkorte omschrijving (”het niet opvolgen van een aanwijzing van een ambtenaar in functie”), dat het moest gaan om die maandag, Lappendag 2011, dat ik zo hard aan het werk was geweest en met een propvolle mobiel mijn werk niet kon bereiken. Edelachtbare, ik was laaiend op de houding en de werkwijze van zowel die Stadswacht als de politieagenten die dag. Boos was ik nog toen ik thuis kwam, zo boos dat ik bijna een Column op HoornGids.nl had geschreven. Maar ik had mij ingehouden. Het was het niet waard, had ik mij bedacht.
-Meneer Stuijfbergen, kunt u mij vertellen wat er volgens u die dag precies is voorgevallen?
Jazeker Edelachtbare, heel graag. Het was een mooie zonnige maandag in augustus. Het was de laatste dag van de Hoornse Kermis en dus Lappendag. U weet wel, dat is de dag dat vrijwel iedere Westfriese man dronken wordt en al dan niet met een bh voor de borst door de stad dwaalt. Als Horinees ken ik dit fenomeen en ik moet bekennen dat ik vroeger ook wel meegedaan heb aan deze culturele uiting. Maar al lang is het voor mij een gewone werkdag. Die ochtend ging ik met mijn auto naar mijn werk op het Oostereiland waar we druk bezig waren met de inrichting van een nieuw onderkomen voor het Museum van de Twintigste Eeuw. We zouden verder gaan met de aanleg van verlichting en door een latere oplevering moesten we elk moment benutten en doorwerken. Ik zou die middag in Amsterdam een lading elektra en verlichting ophalen en had de stad zonder problemen kunnen verlaten.
Rond 16.00 uur kwam ik terug en reed met een propvolle auto, de spullen lagen tot aan het plafond, tot voor de afslag De Hulk. Daar was de route naar de dijk afgezet met een bord en dus ging ik via de Grote Waal naar de kruising Weel/Westersingel. Toen ik daar om 16.07 uur arriveerde stond er op de Westersingel een afzetting met twee Stadswachten, een lange en een korte. En iemand in een geel hesje die blijkbaar bij de afzettingen hoorde. Die kleine Stadswachteres kwam met een nors gezicht op mij af en zei dat ik weg moest. Ik legde haar uit dat ik onderweg was naar mijn werk en dat mijn collega’s stonden te wachten op de lading verlichting in mijn auto. Ik legde haar ook uit dat ik twee parkeervergunningen had en niet langs Lappendag-gangers hoefde te rijden, maar via de Westerdijk zo naar het Oostereiland kon. ”Niets mee te maken, wegwezen!”. Maar, probeerde ik nog, hoe kom ik anders bij mijn werk? Kan ik via de Willemsweg? ”Nee en nu opdonderen GVD.” Dat GVD kort ik, edelachtbare, maar af, maar dat deed deze mevrouw dus niet. Ik vond dat niet zo netjes, zeker niet omdat ze het, al weglopend, nog een keer riep. Ik heb haar er op gewezen dat ik dit niet zo netjes vond en toen werd ze heel erg kwaad. ”Als u nu niet weggaat laat ik u aanhouden en belandt u in de cel!” Ik had inmiddels netjes mijn motor uitgezet en de sleutel uit het contact gehaald, dat leek mij beleeft en beter voor het milieu, en dacht dat ik in een opname van Poets of een ander Candid Camera-programma was beland. Die mevrouw werd steeds driftiger en liep geïrriteerd heen en weer. Ze ging overleggen met haar collega en riep toen via haar portofoon om ”Assistentie bij aanhouding”. Ik zag dat er nog wat heen en weer werd geportofoond en begreep uiteindelijk dat er assistentie onderweg was.
Edelachtbare, ik ben de beroerdste niet, dus als er dan hulptroepen zijn ingeschakeld ga ik er niet direct vandoor. Netjes ben ik blijven wachten en ja, na zo’n zeven minuten kwamen drie agenten, het verschil tussen Stadswachten en echte agenten zie ik nog wel, op een sportieve fiets aangesjeest. Ze hadden, lettend op hun gelaatsuitdrukking, duidelijk iets anders verwacht op de kruising Weel/Westersingel. Een blik van irritatie gemengd met teleurstelling meende ik op hun gezichten te zien. Waarom zijn we weggeroepen van de Roode Steen waar het nu zwart staat van bezopen mensen en de vlam elk moment in de pan kan slaan? Leken ze te denken. Wie moeten we op dit rustige kruispunt in hemelsnaam arresteren en afvoeren naar een cel? Die man in die witte auto? Waarom kan die Eftelingpolitie nou nooit iets zelf afhandelen? Wat is het probleem hier eigenlijk?
Ik verstond het overleg tussen de agenten en de Stadswacht niet maar merkte wel dat de politie absoluut niet van plan was om mij in de boeien te slaan, laat staan in een cel op te sluiten. Ze stonden een beetje te twijfelen wat ze nu met de situatie aan moesten. Een witte personenauto vol spullen met een nuchtere meneer die wacht voor de wegafzetting. Zou toch een beetje vreemd zijn als deze meneer die naar zijn werk wil als enige op Lappendag 2011 in de cel zou belanden. Terwijl elders het bier door de lucht vliegt en de eerste opstootjes zijn uitgebroken.
Meneer de rechter, uiteindelijk kwam één van de drie toegesnelde bike-agenten naar mijn auto lopen en vroeg mij weg te gaan. Ik legde hem uit dat ik netjes stond te wachten tot de weg weer vrijgegeven zou worden en dat ik onderweg was naar mijn werk. Op dat moment wordt de wegafzetting weggehaald en rijden enkele auto’s voor mij langs de Westersingel op. Dat kon ook makkelijk want al die tijd was de Westersingel vrij geweest: Er werd geen kermisattractie afgebouwd of afgevoerd, er liepen geen al dan niet dronken mensen over deze weg naast de Vale Hen. Ik maakte aanstalten om ook mijn weg te vervolgen maar de Stadswacht sprong voor mijn auto en ik kon nog net op tijd remmen. Ik vroeg de agent waarom andere auto’s, zowel personenauto’s als een enkele vrachtwagen, wel door mochten rijden. Dat maakte niet uit, aldus de agent en zei dat ik moest omdraaien. Op dat moment rijden weer enkele auto’s tussen de wegafzettingen door waarbij opviel dat er door de aanwezige agenten en Stadswachten geen enkele poging werd ondernomen om ze tegen te houden. Ik viel van de ene verbazing in de andere. Als u nu niet direct weggaat, zet ik u in een cel, baste de agent nu. Nu moet ik bekennen dat ik al eens heb overnacht in een politiecel en dat trok mij niet echt. Als 20-jarige had ik ooit geweigerd een parkeerbon te betalen en werd toen thuis opgehaald om de straf van meen ik 30 gulden uit te zitten. Ik was laaiend maar keerde mijn auto, nadat weer enkele auto’s voor mij langs reden, om en ging via het Keern de binnenstad uit.
Eerwaarde, ik ben nog lang boos geweest, maar was het gedoe al bijna vergeten toen ik twee maanden na Lappendag dus een bekeuring van € 180,- mocht ontvangen. En daarom sta ik dus nu hier in het Beklaagdenbankje. En het bijzondere is dus dat de bekeuring niet op naam is gesteld, maar op kenteken. Er is op Lappendag dan ook geen bon uitgeschreven, nee men moet later bedacht hebben: We gaan Hem te pakken nemen. Nu staat de auto op naam van het museum en zou ik de boete door het museum kunnen laten betalen. Maar liever schrijf ik er een aantal columns over op HoornGids. Niet dat ik daar geld voor krijg, maar dan heb ik wel een voldaan gevoel.
(wordt vervolgd)
Hans Stuijfbergen
Alle overeenkomsten in deze column met bestaande personen en/of gebeurtenissen zijn onopzettelijk en berusten op toeval