Lees hier een deel van het GGD-rapport over De Blokkendoos:
De GGD Hollands Noorden heeft 8 verschillende oud-medewerkers van de Blokkendoos en een oud oudercommissielid benaderd en onafhankelijk van elkaar geïnterviewd om hun ervaringen tijdens hun werkzame periode op deze locatie te bespreken. Het betreft oud-medewerkers die in de afgelopen jaren, deels recent nog, bij het kindercentrum hebben gewerkt. De interviews geven een zelfde beeld door de tijd heen, waardoor geconcludeerd kan worden dat het om een patroon gaat en niet om incidenten.
De oud-medewerkers en de ouder hebben aangegeven alleen hun verklaring te willen afgeven als zij anoniem kunnen blijven. De reden hiervoor is dat zij angst hebben voor bedreigingen door of pesterijen van de houder en de mannelijke leidinggevende van De Blokkendoos.
In 2009, toen er ook verscherpt toezicht bij De Blokkendoos plaatsvond, hebben zich meerdere oudmedewerkers bij de gemeente en de politie gemeld in verband met bedreigingen en zwartmaking van een oud-medewerker bij een nieuwe werkgever. Ook is er toen een anonieme brief bij de gemeente bezorgd. Deze bedreigingen waren niet bewijsbaar terug te voeren op de houder en de mannelijke leidinggevende, maar waren wel zo serieus, dat de politie melding in het systeem heeft gemaakt.
De gebeurtenissen brachten veel emotie en angst bij de slachtoffers van de bedreiging naar boven. Dit is de reden waarom wij, in overleg met de gemeente en de politie, ervoor hebben gekozen meerdere oud-medewerkers te benaderen en te interviewen, zodat door de kracht van het aantal toch in voldoende mate een objectief beeld ontstaat van de situatie bij De Blokkendoos in Hoorn.
Uitkomst interviews
Uit deze gesprekken is het volgende naar voren gekomen.
1. Pesten/intimidatie/(verbaal) geweld:
De houder, die tevens op de groepen als pedagogische medewerker staat, maakt zich volgens de verklaringen schuldig aan intimidatie in de vorm van pestgedrag, kleineren (het geven van denigrerende bijnamen aan de kinderen), verbaal geweld tegen zowel kinderen als pedagogisch medewerkers. In sommige verklaringen wordt ook gesproken over fysiek geweld bij kinderen op de BSO (door het hardhandig vastpakken van kinderen, ruw op de gang zetten). De mannelijke leidinggevende kleineert, pest en intimideert (ook seksueel) volgens de verklaringen het personeel.
Voorbeelden van pestgedrag, kleineren - kinderen:
- een kind dat wat gezet is, wordt door de houder ‘dikzak’ genoemd;
- een kind heeft meerdere keren aangegeven dat het ‘t niet leuk vindt dat zijn naam wordt
verbasterd, daarna blijft de houder dit gewoon doen;
- een kind krijgt het niet voor elkaar om zelfstandig een kiwi te schillen. De houder dwingt het kind de kiwi met schil en al op te eten;
- de houder maakt opmerkingen tegen kinderen als: ‘jij kan niet goed kleuren’, ‘jij bent niet moeders mooiste’, over de verzorging van de kinderen door de ouders en over het merk kleding dat kinderen dragen;
- een kind dat bij een buitenactiviteit uit hoge nood in de bosjes plast, moet 6 weken binnen blijven;
- een kind wil geen spruitjes eten, ze worden hardhandig door de houder in de mond van het kind gepropt;
- kinderen moeten hun jassen opruimen. Als dit niet snel genoeg gebeurt naar de zin van de
houder, gooit zij de jassen in de container;
- bepaalde kinderen krijgen cadeautjes, mogen mee naar uitjes, andere kinderen niet. Die moeten dan de hele dag in een andere groep blijven;
- kinderen die een voorkeursbehandeling krijgen, krijgen positieve bijnamen, zoals ‘prinses’;
- de houder gaat regelmatig in de groep naast kinderen zitten en kraakt ze af in het bijzijn van
andere kinderen.
Voorbeelden van verbaal geweld – kinderen:
- een aantal kinderen wordt uit de groep gehaald. Zij zijn naar mening van de houder te luidruchtig geweest. Ze moeten in kantoor op een strafbankje zitten. De houder spreekt met stemverheffing tegen de kinderen en kleineert ze;
- een kind draagt een merk schoenen dat niet in de smaak valt bij de houder. Zij schreeuwt tegen het kind: ‘Of je doet je schoenen uit, of ik gooi ze weg’;
- een kind had een cadeautje voor zijn/haar verjaardag gekregen. De volgende dag had het dit
cadeautje niet meegenomen. De houder schreeuwde toen tegen het kind, schold het uit en noemde het ondankbaar. Het kind werd stil en rood en trok zich terug. De mannelijke leidinggevende stond er bij en greep niet in;
- kinderen mogen maar één tekening per dag maken. Houden zij zich hier niet aan, dan komt de houder vanuit een ander deel van het gebouw binnenstormen en spreekt het kind er met
stemverheffing op aan dat het toch weet dat dit niet mag. Komt een pedagogisch medewerker op voor het kind, dan begint de houder tegen de pedagogisch medewerker te schreeuwen in bijzijn van de kinderen;
- er worden seksueel getinte toespelingen tegen kinderen gemaakt door de houder. Bijvoorbeeld:
Tegen een kind met kleding van het merk Eager Beaver, zei de houder ‘Zo, heb je weer je gewilligkutje-kleren aan?’. Tegen een pedagogisch medewerker zei ze: ‘Jouw naam betekent vagina’; in bijzijn van de kinderen.
- de houder en de mannelijk leidinggevende hebben vaak in het bijzijn van kinderen en
medewerkers heftige ruzie, waarbij gescholden, gedreigd en met dingen gegooid wordt;
- een medewerker heeft een ouder gesproken die zijn/haar kind van de Blokkendoos gehaald heeft. De ouder geeft aan dat het kind nog steeds erg bang is als iemand zijn stem verheft. De ouder koppelt dit aan de ervaringen binnen de Blokkendoos.
Voorbeelden van pestgedrag, intimidatie – medewerkers:
- de mannelijke leidinggevende nam een dusdanig dreigende houding aan, dat een medewerker dacht dat hij haar in elkaar zou slaan;
- er zal een gesprek plaatsvinden met een zieke medewerker. Voorafgaand aan het gesprek zegt de houder tegen een collega: ‘Eens zien hoe snel we haar aan het janken krijgen.’;
- een medewerker beschrijft dat zij heeft gezien dat haar collega door de houder werd gekleineerd in het bijzijn van collega’s en kinderen;
- er worden incidenten beschreven waarbij door de houder een emmer water over het hoofd van een medewerker is gegooid en waarbij vanaf de eerste verdieping een levende kikker op het hoofd van een medewerker (die op de begane grond stond) werd gegooid;
- de houder bepaalt wat wanneer gebeurt. Als een kind of een medewerker een bepaalde activiteit leuk vinden, dan is dat aanleiding voor de houder om dit niet meer toe te staan;
- de houder is wispelturig. Kinderen en medewerkers kunnen elk moment op hun larie krijgen. Als kind en medewerker weet je nooit wanneer en of je iets wel of niet goed doet. Dit gedrag leidt ertoe dat medewerkers en kinderen de hele dag bezig zijn met de vraag: ‘Wat zou de houder willen/denken?’;
- tijdens de eerste twee maanden van het dienstverband worden medewerkers goed en vriendelijk behandeld. Daarna verandert het gedrag. ‘Ik kon niets meer goed doen’, één medewerker omschrijft het zelfs als ‘een hel’.
Voorbeelden van seksuele intimidatie – medewerkers:
- de houder vertelt verhalen over de vaders waarmee zij seksuele betrekkingen zou hebben gehad;
- medewerkers zijn meerdere keren getuige geweest van seksueel getinte opmerkingen van de houder en de mannelijke leidinggevende, er worden seksgrapjes gemaakt in de personeelskamer en er werden persoonlijke sekservaringen verteld door de houder en de mannelijke leidinggevende;
- medewerker is door beiden benaderd om mee te gaan naar de sauna, ook wordt er in het bijzijn van de medewerkers gevraagd ‘wanneer we met z’n allen naar de sauna gaan’;
- tijdens een personeelsuitje daagden beiden de medewerkers uit naakt te gaan zwemmen (deden het zelf ook);
- medewerker vertelt over handtastelijkheden door de mannelijke leidinggevende;
- de mannelijke leidinggevende laat zich op twitter openlijk uit over zijn seksuele fantasieën;
- er worden door de mannelijke leidinggevende seksueel getinte opmerkingen gemaakt, zoals ‘Wat zie je er lekker sexy uit’ en ‘Wat heb je een mooi laag truitje aan, buk nog eens een keer’;
- een personeelsuitje ging naar de Zeedijk (waarbij de houder continu naar de medewerkers riep: ‘Gooi je mosseltjes even los’), koffie drinken bij Krasnapolsky en eten bij een travestietenshow. Tijdens het eten gedroeg de houder zich zeer amicaal en uitdagend naar zowel de performers als de medewerkers toe.
Voorbeelden van verbaal geweld – medewerkers:
- op een vraag van een medewerker over arbeidsgerelateerde zaken, ontstond vanuit de leiding een scheldpartij;
- ‘er werd tegen me geschreeuwd en gescholden’;
- een medewerker omschrijft een situatie waarbij de houder de medewerker de schuld geeft van een kleinigheid. ‘De houder ging tegen me schreeuwen. Zij had een ouder, die om de hoek stond, niet gezien. Toen zij de ouder zag, veranderde haar gedrag onmiddellijk en liet zij haar ‘vriendelijke gezicht zien’.
2. Gebrek aan sensitieve responsiviteit:
Volgens de verklaringen is er sprake van een gebrek aan sensitieve responsiviteit. Er is een gebrek aan warmte en ondersteunende aanwezigheid door de houder en de mannelijke leidinggevende.
Tevens blijkt uit de verklaringen dat de houder vaardigheden mist om signalen die aangeven dat een kind zich niet goed voelt of behoefte heeft aan ondersteuning, op te merken, goed te
interpreteren en er passend op te reageren. Hierdoor kan het kind zich niet begrepen, niet
geaccepteerd en onveilig voelen.
Voorbeelden:
- medewerker geeft aan dat zij weggegaan is bij De Blokkendoos vanwege het gedrag van de
houder naar de kinderen toe. In de laatste periode van haar dienstverband, heeft zij hierover veel gehuild en ook letterlijk overgegeven;
- er is weinig geduld voor de kinderen bij de houder;
- medewerkers zeggen dat zij gezien hebben dat de houder tegen kinderen schreeuwt en hen soms hard vastpakt;
- voortrekgedrag: kinderen die favoriet zijn mogen buiten spelen, de overige kinderen in de groep moeten binnen blijven;
- er wordt door de leiding veel geroddeld over ouders en kinderen. Kinderen krijgen dan een
stempel opgeplakt door de houder: autist of heeft een stoornis;
- medewerker vertelt dat de houder kinderen met zelfvertrouwen onderuit probeert te halen.
3. De oud-medewerkers geven aan dat hun zelfvertrouwen door de houder en de mannelijke
leidinggevende werd aangetast.
Voorbeelden:
- medewerkers krijgen tegenover de ouders de schuld van situaties die door de houder zijn
veroorzaakt. Voorbeeld: baby kon niet slapen, is uiteindelijk in de box in slaap gevallen. De houder vond dit niet goed, ook niet na uitleg van de pedagogisch medewerker, heeft de baby uit de box getild en in bedje gelegd. Baby werd wakker en begon te huilen. Tegenover ouders zei de houder dat het de schuld van de pedagogisch medewerker was dat de baby onrustig was;
- de controle op wat er op de groepen gebeurt, is groot. De houder komt regelmatig ‘de groep
binnenstormen’, heeft dan commentaar op van alles naar de kinderen en de medewerkers toe, zij ‘heeft overal last van’;
- medewerkers die ziek thuis zitten, worden dagelijks gebeld door de houder;
- medewerkers worden genegeerd of gekleineerd als zij iets doen wat de houder en of mannelijk leidinggevende niet bevalt. Er wordt een voorbeeld gegeven over een incident, waarbij de pedagogisch medewerker een ongelukje had met een kind vanwege iets dat door de houder niet goed is georganiseerd. Zij heeft dit open en transparant met de ouders besproken. De houder negeerde haar daarna. Toen zij vroeg waarom, kreeg zij te horen dat zij ‘grove fouten had gemaakt’ en ‘je hebt je collega’s laten zitten.’.
Meer berichten over dit onderwerp:
http://www.hoorngids.nl/nw-7951-3/nieuws?SearchCriteria=blokkendoos