Mariaverering, een tijdloos fenomeen

ingevoerd op 23-11-2008

Vanaf 5 oktober 2008 tot en met 11 januari 2009 is de ‘Maria van Hoorn’ het stralende middelpunt van de tentoonstelling ‘Maria. Liefde voor Maria in Noord-Holland’ in het Westfries Museum in Hoorn. Een intiem en oogstrelend overzicht van de Mariaverering in Noord-Holland vanaf de middeleeuwen tot vandaag de dag. Rond de tentoonstelling worden tal van activiteiten georganiseerd, waarin ook Maria en de Mariaverering centraal staan.

Maria van Hoorn
Het kindje Jezus zit bijna speels op haar rechterarm. Zij houdt het liefdevol vast. Haar gelaatsuitdrukking is ingetogen, bijna sereen, passend bij de vele deugden die zij in zich verenigt. Verfresten verraden dat haar rijke gewaad ooit prachtig rood en blauw gekleurd moet zijn geweest. Op haar hoofd glinstert een rijk versierde kroon van goud filigrain, afgezet met edelstenen en pareltjes. In haar rechterhand een peer als verwijzing naar haar vruchtbaarheid. Onder haar voeten de maan. Er kan geen twijfel over bestaan, hier staat niet alleen de Moeder van God, maar ook de Koningin van de Hemel.

Sinds het Westfries Museum het beeld de ‘Maria van Hoorn’ in 2007 op een veiling bij Sotheby’s in New York heeft weten te verwerven, straalt het beeld in de vaste opstelling van het museum. Dit najaar is het Mariabeeld één van de topstukken op een expositie over de rijke
traditie waarin dit beeld geplaatst kan worden, die van de Mariaverering of Maria-devotie in Noord-Holland.

Voorspreekster
De ‘Maria van Hoorn’ is gemaakt rond 1470. Een periode waarin de Mariaverering in Hoorn en Noord-Holland tot grote bloei kwam. Recente bodemvondsten, onder andere van het klooster Bethlehem uit het vlak bij Hoorn gelegen Blokker, maken nog eens duidelijk dat de Moeder van God een zeer grote rol speelde in het religieuze leven van de late middeleeuwer. Maria was veruit de belangrijkste en populairste heilige. En is dat overigens nog steeds. Die status dankt ze vooral aan de rol van ‘voorspreekster’ of middelaarster, die haar door de kerk en de gelovigen altijd is toegedicht. Omdat zij als mens en moeder begrip heeft voor de menselijke zwakheden en bovendien dicht bij God staat, richten de gelovigen zich met hun vragen, verdriet en zorgen tot Maria en branden zij een kaarsje bij het Maria altaar. De ‘Maria van Hoorn’ moet ook op zo’n altaar hebben gestaan in de naar Maria vernoemde Onze Lieve Vrouwe kerk. Kronieken maken melding van talrijke ‘miraculen ende tyckenen’ die zouden hebben plaatsgevonden nadat gelovigen zich bij het beeld tot Maria hadden gericht. Uit bewaard beleven pelgrimsinsignes en opdrachten om naar Hoorn ter bedevaart te gaan, kan worden opgemaakt dat rond de Onze Lieve Vrouwe kerk en de ‘Maria van Hoorn’ aan het eind van de vijftiende eeuw een bescheiden bedevaartscultus ontstond. Hoorn was daarin niet uniek. De Mariakapel van het kleine dorpje De Keins bij Schagen bijvoorbeeld, was ook zo’n oord waar pelgrims op af kwamen, aangetrokken door de wonderbaarlijke verhalen die er over het Mariabeeld ter plekke de ronde deden. Ook dit beeld is op de expositie te zien.

Maria duikt onder
Het belangrijkste pelgrimsoord en Mariaheiligdom in Noord-Holland was –en is nog steeds- Heiloo, waar al eeuwen lang de Maria ter Nood wordt aanbeden. De rijke geschiedenis van dit genadeoord wordt op de tentoonstelling uitgebreid uit de doeken gedaan aan de hand van schilderijen, prenten, tekeningen en voorwerpen. Op een olieverfschilderij van G. de Jongh uit 1630 wordt een pelgrimsfamilie bij het Mariaheiligdom afgebeeld, samen picknickend, met op de achtergrond in gebed verzonken pelgrims. Een bedevaart was blijkens dit schilderij ook destijds al een (verantwoord) uitje. De Mariakapel op het schilderij is overigens een ruïne. Net als vele andere kapellen, kloosters en kerken in Noord-Holland werd het Mariaheiligdom tijdens de Reformatie doelwit van een plaatselijke beeldenstorm. Met het verbod van het katholieke geloof in 1580 kwam een einde aan de openlijke verering van Maria. De Moeder van God kon voortaan alleen nog thuis of in één van de vele schuilkerken aanbeden worden. Aan die periode herinnert het prachtige Mariabeeld uit de katholieke schuilkerk ‘De Drie Tulpen’ uit Hoorn. Wie op Mariabedevaart wilde gaan, koos noodgedwongen een bestemming in het buitenland. Vooral het Duitse Kevelaer was zeer populair.

Het Rijke Roomse Leven

Na het herstel van de godsdienstvrijheid en de katholieke hiërarchie rond het midden van de negentiende eeuw maakt de Mariaverering een spectaculaire comeback. Tijdens de periode, die wel wordt aangeduid als het Rijke Roomse Leven was Maria alom aanwezig in het leven van de Noord-Hollandse katholiek, zowel in de kerk, als op school en thuis. Alle kinderen droegen een Mariamedaille, meisjes gingen naar de Mariaschool en in de meimaand waren ze Mariabruidjes. De moeders waren lid van de Mariacongregatie en de rozenkrans lag altijd binnen handbereik. Overal in Noord-Holland verrezen nieuwe kerken en Mariakapellen. Ook Maria-heiligdommen zoals in Heiloo werden in ere hersteld. Vele kunstenaars leverden hieraan een bijdrage, waaronder Han Bijvoet, wiens ontwerptekeningen voor de glas in lood ramen van de St. Bavo in Haarlem en de muurschilderingen in Heiloo op de expositie getoond worden, evenals een kruiswegstatie van Jan Toorop. De katholieken konden weer openlijk ter bedevaart gaan. Vooral plekken waar Mariaverschijningen hadden plaatsgevonden, zoals Beauraing en niet te vergeten Lourdes, waar Maria in 1858 aan het herderinnetje Bernadette Soubirous zou zijn verschenen, waren zeer in trek, getuige de vele bedevaartsouvenirs die op de expositie te zien zijn. Heel fraai zijn enkele bedevaartsvaandels, afkomstig uit de in 1882 in Zwaag gebouwde Lourdeskapel, de grootste in zijn soort in Nederland.

Vrouwe van alle Volkeren
Het fenomeen Mariaverschijning kent ook een Noord-Hollandse variant. In de jaren 1945 tot 1959 zou Maria verschillende malen zijn verschenen aan de Amsterdamse Ida Peerdeman en haar hebben doorgegeven dat zij voortaan ‘Vrouwe van alle Volkeren’ genoemd wenste te worden. Deze verschijning is inmiddels door het Bisdom Haarlem erkend en er kan gesproken worden van een bloeiende cultus rond de ‘Vrouwe van alle Volkeren’. Op de tentoonstelling wordt dit geïllustreerd aan de hand van een sfeerbeeld van een gebedsbijeenkomst. Ook zijn er geluidopnames te beluisteren die van Ida Peerdeman bewaard zijn gebleven.

Tijdloos
Na een korte periode van teruggang vanaf de jaren 1960 maakt de Mariaverering de laatste vijf jaar een hernieuwde opleving door, in Noord-Holland sterk gestimuleerd door Bisschop Punt van het Bisdom Haarlem. Her en der in de provincie verrijzen nieuwe Mariakapellen. In Hoorn is de Maria-ommegang in ere hersteld en tal van kunstenaars zoals Bennie Min uit Zuid Scharwoude laten zich door de Madonna inspireren. Blijkens de vele internetsites, waar zelfs virtueel een kaarsje voor Maria gebrand kan worden, voorziet de Maria-figuur in een toenemende behoefte aan zingeving en houvast in onze hectische samenleving. De dynamiek van de hedendaagse Mariaverering wordt op de tentoonstelling prachtig en gevoelig in beeld gebracht door fotografe Anoushka van Velzen. Haar foto’s van Mariavereerders in verschillende Europese bedevaartsoorden zijn hedendaags en tegelijk tijdloos. Net als het fenomeen van de Mariaverering zelf.