Antwoord op vragen Wmo hulpmiddelen

15-06-2018

Geachte mevrouw Van ’t Klooster-Ciliacus,

Onder de noemer Gooi hulpmiddelen niet weg heeft u 23 januari 2018 vijf vragen gesteld ex. Art. 36 R.v.O. over het gebruik en hergebruik van Wmo hulpmiddelen. Deze vragen zijn door een misverstand pas 15 mei 2018 ontvangen, hierdoor ontvangt u de antwoorden later dan gebruikelijk.

Voorliggende brief beantwoord uw vragen puntsgewijs:

Vraag 1. Wie bepaalt of het hulpmiddel wordt ingenomen; de hulpmiddelenleverancier of de gemeente?

Antwoord: De gemeente bepaalt of een hulpmiddel wordt ingenomen. Alleen als een hulpmiddel technisch is afgeschreven kan de leverancier overgaan tot inname en eventueel tot vervanging.

Vraag 2. Hoe gaat onze gemeente om met hulpmiddelen die (moeten) worden ingenomen, bijvoorbeeld in verband met het overlijden van een persoon?

Antwoord: Hulpmiddelen zijn maatwerkvoorzieningen en worden op individueel niveau verstrekt, zij zijn v.w.b. gebruiksbehoefte en maatvoering afgestemd op een individu. Na overlijden wordt het hulpmiddel ingenomen. Wanneer het om nagelvaste voorzieningen gaat die in huis worden aangebracht kan het zijn dat deze door meerdere personen in huis worden gebruikt. Wanneer iemand is overleden wordt door de gemeente onderzocht in hoeverre de achterblijvende partner gebruik zou moeten/kunnen maken van de voorzieningen. Mocht dit het geval zijn dan wordt de voorziening overgeschreven op naam van de partner.

Vraag 3. Hoe gaat de gemeente Hoorn om met hulpmiddelen als mensen verhuizen naar een andere gemeente? Wordt dat hulpmiddel dan ingenomen of kan dat worden meegenomen?

Antwoord: Het is mogelijk dat de voorziening wordt meegenomen, dat is afhankelijk van de situatie. Vragen zijn hierbij of het om een nagelvaste voorziening gaat of om een losse voorziening. Nagelvaste voorzieningen kunnen niet mee verhuizen. Na verhuizing wordt er bezien of de nieuwe bewoner gebruik kan maken van de voorziening danwel dat de voorziening geheel of gedeeltelijk hergebruikt kan worden in een andere woning. Bij verhuizing met een losse voorziening wordt er getracht de voorziening te laten overnemen door de nieuwe gemeente. Mocht dat niet mogelijk zijn dan wordt de voorziening bij verhuizing ingenomen.

Vraag 4. Wordt er door de gemeente onderzocht of het hulpmiddel kan worden hergebruikt? Dan wel in dezelfde situatie (hetzelfde huis) of een andere/ nieuwe situatie? Antwoord: Zie antwoord op vraag 2 en 3.

Vraag 5. Als het hulpmiddel wordt ingenomen wat doet de gemeente vervolgens met dat specifieke hulpmiddel? Antwoord: Losse voorzieningen die in bruikleen zijn verstrekt zoals bijvoorbeeld rolstoelen en scootmobielen huurt de gemeente op maandbasis en deze worden door de leverancier ingenomen bij beëindiging huur. De gemeente betaalt na inname geen huur meer voor die voorziening. De hulpmiddelen kunnen door de leverancier worden herverstrekt. Nagelvaste voorzieningen kunnen eventueel weer geheel of gedeeltelijk worden heringezet (zie antwoord op vraag 2 en 3).

Hoogachtend,

Burgemeester en wethouders van Hoorn

Gemeente Hoorn logo Gemeente Hoorn logo