Beantwoording vragen over vergunninghouders

Fractie De Realistische Partij, M. Jas

Geachte heer Jas,

U heeft vragen gesteld over de voortgangsrapportage integratie vergunninghouders en bevordering/ondersteuning remigratie vergunninghouders. In deze brief leest u de antwoorden op uw vragen.

Ook gaan wij graag met de gemeenteraad in gesprek over dit onderwerp. Wij stellen daarom voor om een informatieve avond te organiseren. Vragen over de voortgangsrapportage integratie vergunninghouders.

Vraag 1: Deelt het college de mening van DRP dat er in de voortgangsrapportage eerste- en tweede helft 2017 onjuist/onvolledig is gerapporteerd, b.v. bij de financiële overzichten die geen specifieke informatie geven (6.6), en over de verdringing op de woningmarkt, is men ’in gesprek met Intermaris’ (3.5), zonder een woord over wat dit concreet inhoudt. Kunt u ons op korte termijn deze informatie alsnog verstrekken? Graag ook inzicht in gespreksrapportages met Intermaris.

Antwoord: Wat betreft de financiële overzichten is het ons onduidelijk welke informatie volgens u ontbreekt. We proberen in de voortgangsrapportages een zo volledig mogelijk en waarheidsgetrouw inzicht te geven in de laatste stand van zaken van financiën. De domeinen hebben een financiële paragraaf. Daarnaast wordt er gerapporteerd over de specifieke inkomsten die wij ontvangen (vergoeding maatschappelijke begeleiding en de vergoeding integratie en participatie). De rapportages zijn in loop der tijd steeds meer verfijnd. Indien u meer informatie over dit onderwerp wenst, kunt u dit tijdens de informatieve bijeenkomst inbrengen. Wat betreft de woningmarkt: de taakstelling huisvesting vergunninghouders is een wettelijke verplichting. Met Intermaris bespreken we periodiek de stand van zaken taakstelling. Onderwerpen van gesprek zijn onder andere de stand van zaken taakstelling, gezinsherenigingen (nareizende gezinsleden) en alleenstaande minderjarige vreemdelingen (amv’ers). Sinds 2017 zijn er voornamelijk gezinsherenigers naar Hoorn gekomen. De gemeente kan gezinsherenigers niet weigeren. Door het herenigen van gezinnen zijn er minder sociale huurwoningen nodig voor deze groep dan wanneer vergunninghouders alleen naar Nederland komen. Wij kunnen geen gespreksrapportages afgeven. Wel nodigen wij Intermaris ook uit voor de informatieve bijeenkomst, zodat zij ook hun ervaringen kunnen delen. In het najaar van 2018 komt er een nieuwe voortgangsrapportage, waarin wij dieper ingaan op het domein huisvesting.

Vraag 2: Herkent het college ook, net als DRP, de schijn van verbloemende naïviteit en/of (on)bewuste onwenselijke politieke correctheid doordat er in de rapportages wordt gesproken in termen ais’...zaken die aandacht behoeven’?

Antwoord: Nee. In 2016 heeft de gemeenteraad gevraagd om rapportages. Vervolgens zijn wij in gesprek gegaan met de gemeenteraad. De rapportages geven een transparant beeld van zaken die goed gaan, maar ook waar verbeterpunten zijn. Tijdens een informatieve bijeenkomst in het najaar van 2018 bespreken wij de laatste stand van zaken met u.

Vraag 3: Erkent het college dat er in de rapportages met geen woord wordt gesproken over negatieve invloeden van vergunninghouders op de veiiigheid in de Hoornse samenleving, relevant, gezien de recente ’incidenten’ in Hoorn en andere gemeenten. Antwoord: De rapportages geven een beeld van wat goed en minder goed gaat. Als er negatieve zaken zijn, worden deze benoemd. De gemeenteraad wordt geïnformeerd indien nodig.

Vraag 4: Deelt het college de mening van DRP dat incidenten van dit kaliber niet onder het tapijt geveegd dienen te worden middels gebezigde terminologie als in voorgaande zinsnede omschreven, maar benoemd in klip en klare taai, dus zonder verbloemende naïviteit en/of (on)bewuste politieke correctheid?

Antwoord: Zie het antwoord op vraag 3.

Vraag 5; (H)erkent het college dat het benoemen/uiten van oprechte zorgen omtrent dit steeds frequenter voorkomende type ’incidenten’ te lichtzinnig wordt opgevat en afgedaan ais ’bangmakerij?

Antwoord: Zie het antwoord op vraag 3.

Vraag 6: Is het college zich ervan bewust dat er in de voortgangsrapportage nergens wordt gesproken over eventuele casus van geradicaliseerde/verwarde (kandidaat) vergunninghouders waarvan het risico bestaat dat zij in de toekomst in staat kunnen/moeten worden geacht tot het plegen van ernstige (ontwrichtende) geweldsmisdrijven/aanslagen en het potentiële gevaar dat hierdoor dreigt voor de Hoornse inwoners, of beleid hieromtrent?

Antwoord: In de voortgangsrapportages wordt niet over radicalisering gesproken. Wel heeft radicalisering in brede zin onze aandacht. Radicalisering nemen wij op in onze beleidsvisie (Zorg & Samenleving). Zoals gebruikelijk informeren wij de gemeenteraad actief over actuele (veiligheids) vraagstukken als daar aanleiding voor is. De rapportage is niet het geschikte middel om dergelijke zaken met de gemeenteraad te delen.

Vraag 7: Is het college het met DRP eens dat er in de voortgangsrapportage slechts gesproken wordt over maatwerk met betrekking tot integratie, maar nergens over maatwerk met betrekking tot remigratie, terwijl hier aanzienlijke behoefte aan bestaat? Antwoord: Maatwerk is op alle domeinen van toepassing. Ook op remigratie. Als terugkeer naar het land van herkomst gewenst en mogelijk is, wordt dit gefaciliteerd.

Vragen en antwoorden over bevorderinq/ondersteuninq remigratie vergunninghouders

Naar aanleiding van de voortgangsrapportage vergunninghouders hebben wij van DRP niet anders dan de conclusie kunnen trekken dat huidig beleid er volledig op is gericht vergunninghouders in onze gemeente te laten integreren. Wij zijn echter de mening toegedaan dat een aanzienlijk deel van de vergunninghouders de wens heeft terug te keren naar het land van herkomst (remigratie).

Vraag 1: Deelt het college de conclusie van DRP ais hierboven omschreven?

Antwoord: Het huidige beleid is gericht op integratie en participatie van vergunninghouders in onze gemeente. Zij hebben op basis van gegronde redenen een verblijfsvergunning gekregen. De landen van herkomst, voornamelijk Syrië en Eritrea, zijn nog steeds gevaarlijk. Terugkeren naar deze landen is daarom (nu) niet mogelijk. Mensen willen soms wel terugkeren, maar kunnen pas terugkeren als het veilig is. Het is daarom van belang dat de vergunninghouders integreren en participeren in de Hoornse samenleving. Bovendien moeten vergunninghouders op basis van de Participatiewet en de Wet inburgering participeren en inburgeren. Vergunninghouders met andere landen van herkomst kunnen worden gefaciliteerd bij remigratie.

Vraag 2: Is het college zich er van bewust dat dit beleid een dwingend-Zonwenseiijk sturend karakter heeft jegens de in Hoorn verblijvende vergunninghouders die graag terugkeren naar het land van herkomst? https://www.noordhollandsdaabiad.nl/piavlist/westfriesland-uitgeiicht/artikei/s yriers-gaan-zaken-hoornse-binnenstad ?items per page=20 (https://www.noordhollandsdaabiad.nl/piavlist/westfriesland-uitgeiicht/artikei/s yriers-gaan-zaken-hoornse-binnenstad ?items per page=20 )

Antwoord: Nee. Het huidige beleid heeft geen dwingend/onwenselijk sturend karakter tegenover vergunninghouders. Het beleid richt zich primair op integratie en participatie van vergunninghouders in de samenleving, volgens wetgeving. Het staat de mensen vrij om (indien mogelijk) terug te keren naar het land van herkomst.

Vraag 3: Erkent het college dat huidig beleid van gemeente Hoorn remigratie niet of nauweiijks ondersteunt en/of voorziet in terugkeer naar het land van herkomst van vergunninghouders?

Antwoord: Nee. De meeste vergunninghouders kunnen, zoals bij antwoord 1 aangegeven, (nog) niet terug naar het land van herkomst. Als iemand terug wil keren naar het land van herkomst, kan men hierbij worden gefaciliteerd. Landelijk worden diverse terugkeerprojecten opgezet. Ook zijn er verschillende organisaties actief op dit gebied (onder andere de Internationale Organisatie voor Migratie).

Vraag 4: Ziet het college in dat er met het huidige beleid geen duidelijk beeld bestaat van negatieve gevolgen voor de samenleving door vergunninghouders die hier eigenlijk niet willen zijn?

Antwoord: Onduidelijk is welke negatieve gevolgen u bedoelt.

Vraag 5: Beaamt het college dat er door huidig beleid een onnodig grote druk ligt op veei voorzieningen in onze samenleving, in het bijzonder de sociale woningmarkt?

Antwoord: Gemeenten hebben een wettelijke taakstelling huisvesting voor vergunninghouders. Vergunninghouders vormen één van de doelgroepen met urgentie. Het aantal te plaatsen vergunninghouders is relatief klein gezien het aantal woningmutaties dat Intermaris verwerkt.

Vraag 6: Is het college voornemens beleid ten aanzien van remigratie aan te passen, teneinde er voor zorg te dragen dat in de behoefte van remigratie ruimschoots zal worden voorzien en om ten aanzien van dit onderwerp een omslag te maken, dus om remigratie niet slechts te gaan faciliteren, maar ook te stimuleren?

Antwoord: Nee. De gemeente heeft de wettelijke taak om de mensen te huisvesten, (maatschappelijk) te begeleiden en te laten participeren. Als er signalen zijn van gewenste terugkeer naar het land van herkomst, wordt dit door de gemeente gefaciliteerd.

Met vriendelijke groet.

Burgemeester en wethouders van Hoorn

de secretaris

de burgemeester