Beantwoording vragen over onderzoek parkeren op eigen terrein

21-01-2019

De CDA fractie in de Hoornse gemeenteraad heeft schriftelijke vragen gesteld over een door de gemeente ingesteld onderzoek in de binnenstad naar het parkeren op eigen terrein. Met name het feit dat de raad dit uit de krant heeft moeten vernemen. Hieronder de brief van B&W met de antwoorden op de vragen:

 

Hoorn, 17 januari 2019

Onderwerp: Artikel 36 vragen onderzoek parkeren op eigen terrein

Geachte heer Bennis,

In uw brief van 19 december 2018 stelt u ons vragen ex Artikel 36 RvO over Onderzoek parkeren op eigen terrein. Hieronder herhalen wij uw vragen, die wij daarna beantwoorden.

1. Vraag:

Waarom moeten wij uit de krant vernemen dat u onder de bewoners van de binnenstad van Hoorn een onderzoek bent gestart met de concluderende opmerking: ”in geval geconstateerd wordt dat u kunt parkeren op eigen terrein, zal vanaf 2020 elke stallingsplaats in mindering worden gebracht op het totaal aantal te verstrekken vergunningen”?

Antwoord:

U vraagt waarom u uit de krant heeft moeten vernemen dat wij een onderzoek zijn gestart naar parkeren op eigen terrein. Dit onderzoek is deel van een breder onderzoek naar de rechtmatigheid van afgegeven parkeervergunningen. Het betreft uitvoering van beleid: de parkeerverordening 2018.

De parkeerruimte in de binnenstad is schaars. In Hoorn zijn 3578 vergunningen verstrekt, waarvan 2850 aan bewoners. Om de ruimte zo eerlijk mogelijk te verdelen, is de parkeerverordening opgesteld. Voor elke vergunning gelden dezelfde regels. Als parkeervergunningen onterecht zijn verstrekt, zullen andere bewoners en bedrijven dit als een onrechtvaardige verdeling zien. Het zal vooral vraagtekens oproepen bij mensen die nu moeten wachten op een parkeervergunningen of geen parkeervergunning krijgen.

Vergunningen werden vaak automatisch verlengd, controle vond steekproefsgewijs plaats. Bij sommige verstrekte vergunningen ontstond de vraag of afgifte terecht was. Dit gaf aanleiding voor een zwaardere toets van de afgegeven parkeervergunningen. Hiervoor moesten uitvoeringsregels voor uitvoering van de parkeerverordening opgesteld worden. Het college heeft uitvoeringsregels opnieuw vastgesteld, gelijktijdig met de aanpassing van de parkeerverordening in september 2018 en deze ter informatie aangeboden aan de raad. In de bijlage vindt u de uitvoeringsregels nogmaals.

In oktober 2018 zijn vergunninghouders aangeschreven. Hierbij zijn 2 categorieën aangeschreven. Ten eerste zijn vergunninghouders aangeschreven waarvan mogelijk de parkeervergunning aangepast moet worden of niet verlengd kan worden. Uit een inventarisatie van de reacties blijkt dat een klein aantal gevallen nader onderzocht moet worden. Deze vergunninghouders worden opnieuw benaderd.

Ten tweede hebben vergunninghouders die mogelijk een parkeerplaats op eigen terrein hebben een brief gekregen. Dit zijn vaak complexe situaties. We gaan dit zorgvuldig onderzoeken. In de tussentijd heeft dit nog geen gevolgen voor de vergunninghouders.

2. Vraag:

Waarom informeert u de gemeenteraad niet actief, wetende dat juist op dit onderwerp de gemeenteraad aan de hand van verschillende moties en diverse inbreng op het onderwerp: parkeren en vergunningen heeft aangegeven te willen sturen en kaders te stellen? En een integrale discussie over het parkeren is toegezegd.

Antwoord:

Met dit onderzoek naar de rechtmatige uitgifte van parkeervergunningen voeren we een bestaande, wetgevende regeling (parkeerverordening) uit, die door de raad is vastgesteld. Er is geen sprake van nieuw beleid of kaders. Zie antwoord op vraag 1.

3. Vraag:

Op welk vastgesteld (beslis)kader baseert u de conclusie dat ”in geval geconstateerd wordt dat u kunt parkeren op eigen terrein, zal vanaf 2020 elke stallingsplaats in mindering worden gebracht op het totaal aantal te verstrekken vergunningen”. ?

Antwoord:

Parkeerverordening van 2018 (2) Artikel 4,
Het maximum aantal bewonersvergunningen dat kan worden verleend aan de bewoner van een zelfstandige woning, wordt verminderd met het aantal eigen stallingsplaatsen.

Voorbeeld uit de Parkeerverordening van 2010 Artikel 3, 2a
Het aantal te verlenen bewonersvergunningen, wordt verminderd met het aantal bij de woning behorende of zich op het grondgebied van de woning bevindende dan wel op grond van eigendom, erfpacht, huur, ingebruikgeving of anderszins ter beschikking van de bewoner staande stallingsplaatsen, gelegen binnen het vergunninggebied waarin aanvrager woonachtig is;

b. Indien u bij de beantwoording van vraag 3a simpeltjes verwijst naar de Parkeerverordening 2018: Wijziging ter stimulering stadsontwikkeling (gemeenteraad: 20 februari 2018), waarom heeft u het onderzoek onvermeld gehouden in het bijbehorende (dan onvolledige?) raadsvoorstel?

Antwoord:

Het betreft reguliere uitvoering en bestaand beleid van de vastgestelde parkeerverordening (raadsbesluit 25 september 2018) en Uitvoering- en aanwijzingsbesluit 2018 (collegebesluit september 2018).

Meer informatie

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de heer R. Kleijer via telefoonnummer 0229 252200. Als u op deze brief reageert, vermeld dan het zaaknummer. Dit nummer staat rechtsboven in de brief vermeld.

 

Met vriendelijke groet,

Burgemeester en wethouders van Hoorn

Gemeente Hoorn logo Gemeente Hoorn logo