Knorrig bouwen

Column van Sjaak Grosthuizen

Mag een gemeentebestuur knorrig zijn? Een instelling die de door hen aangestuurde burgers en bedrijven met grote argwaan volgt in alle toegezegde en ook toegestane bewegingen? Mogen stadsbestuurders uitgaan van vertrouwen? Moet hun uitgangspunt er niet altijd een zijn van ‘hier zal wel weer niks van kloppen’? Ik heb eigenlijk niet vaak stilgestaan bij deze vragen. Natuurlijk ga je er blindelings vanuit dat zij, die onze stad gaande en leefbaar houden, niet kritiekloos alles maar goed vinden wat in hun opdracht is verricht.

In een gemeente wordt elke dag wel ergens aan gesleuteld, gebouwd of verbouwd. Dat werk wordt meestal uitbesteed aan bedrijven van goede naam en faam. Bedrijven die niet na elke klus in het nieuws worden neergezet als charlatans en dure prutsers. Toch kan er af en toe wat mis gaan. Ikzelf ondervind dat bijna dagelijks en ik tref het met de vergevingsgezindheid van mevrouw Grosthuizen.

Toen wij afgelopen woensdagavond een ommetje maakten in het havengebied en het Julianapark passeerden we op de heen- en terugweg het pittoreske Ottobruggetje. Het wegdekje bewoog lichtelijk en nieuwsgierig als ik was, trachtte ik te achterhalen wat de oorzaak ervan kon zijn. Welnu, in de krant van vrijdag mocht ik ontdekken dat mijn analyse van het mankeren totaal nergens op sloeg. Het was ernstiger: er ontbreekt één van de vier funderingspalen. De brug werd meteen weer gesloten voor alle loop- fiets- en scootverkeer.

De firma die deze fout maakte was vanwege de vakantie niet bereikbaar. Bij zo’n bericht weten wij dat er aan voortvarendheid bij de gemeente niets ontbreekt. Een paar tellen na het lezen van de krant ontdekte ik in het elektronisch communicatieverkeer al een brief over deze zaak van de ijverige voorzitter van de Hoornse politiek stroming FT. Hij prees om te beginnen de snelheid van handelen door de gemeente, maar wilde daarnaast weten of de gemeente ooit wel eens oplet bij de klussen die klusbedrijven voor de gemeente uitvoeren.

Geen groepering is zo goed op de hoogte van wat er in de gemeente schort als FT. Ook bij de Poolster was een en ander niet goed verlopen. Het gemeentelijke toezicht deugt niet, is zijn conclusie. De kritische woordvoerder van deze partij vraagt concreet of de gemeente de aannemer aansprakelijk zal stellen en wil ook weten wanneer alles op de juist manier hersteld gaat worden. Wat goed vind ik dat! Deze laatste vragen zouden beslist niet in de hoofden opgekomen zijn van het college van B en W. Kijk, dat opdrachten voor de gemeenten in het algemeen op de meest beroerde manier worden uitgevoerd, kunnen we allemaal wel bedenken. Maar er vanuit de gemeente op toezien dat de klussen op de juiste manier worden geklaard, dat is een tweede.

Ergo, een gemeente kan zich niet permitteren kritiekloos en argwanend te zijn. Dat kan heel nuttig worden wanneer er inderdaad iets gedaan gaat worden aan het verwezenlijken van een Huis van de Stad. Toeziende ambtenaren moeten worden gerekruteerd uit het bestand van ambtenaren die tot wanhoop van elke afdeling de hele dag vragen, waarom iets op die manier gedaan wordt en of dat gebeurt conform de afspraken en of men überhaupt nog herinneringen heeft aan de afspraken. Zij dienen fanatiek te vragen naar de bonnetjes en de herkomst en samenstelling van de bouwmaterialen. Zij doen hun werk pas goed, wanneer zij dagelijks van de bouwplaats worden gejaagd met termen die doodsbedreigingen bevatten.

Goed dat er in onze stad een fractie is, die dit allemaal wel begrijpt.

Sjaak Grosthuizen schrijft zijn column Sjaak Grosthuizen schrijft zijn column