COLUMN
HOORN - De Hoornse wethouder van ruimtelijke ordening riep in 2008 dat er op de Blauwe Berg beslist geen casino in het nog te bouwen uitgaanscentrum mocht komen. Hij riep dat op intuïtie. ‘Ik zag zo’n gokhal voor me, dat leek me helemaal niks voor Hoorn.’ De wethouder zegt het in het Dagblad voor West Friesland van dinsdag 9 februari.
Verder laat hij weten dat voor projectontwikkelaar BAM en hotellier Van der Valk het casino geen halszaak was en dat zijn spontane uitroep daarom ook geen consequenties kon hebben. Dat bleek een misvatting, want ‘ze bleven met het concept voor een combinatie van bioscoop, hotel, restaurant en casino komen.’ Als toe-schouwer op afstand denk ik dan dat BAM en Van der Valk het casino door de strot van de wethouder hebben geduwd. Zonder gokhal immers geen hotel en zonder hotel staat het bestemmingplan in de zuidwestenwind en de wethouder in z’n hemd. - De vraag die zich opeens bij me opdringt is of een proefopstelling op de atletiekbaan voor een geluidsmeting ondanks de voor ons gunstige wind dan nog wel nodig zou zijn geweest. - Waar het me in dit stukje om gaat is de intuïtie van de wethouder. Hij heeft in 2008 op intuïtie, op gevoel dus, besloten dat er geen casino in Hoorn mag komen. Ik vind dat opmerkelijk, een wethouder die zijn gevoel laat spreken als het gaat om beslissingen over al dan niet gewenste infrastructurele voorzieningen in zijn gemeente. Een wethouder dus die niet eerst op onderzoek uitgaat om aan de weet te komen wat de impact van - in dit geval - een gokhal op een gemeenschap wel niet is.
Pas toen BAM en Van der Valk door bleven drammen over een gelegenheid om langs de snelweg bij Hoorn te kunnen gokken bedacht de wethouder in al zijn wijsheid: ‘Oké, ik bezoek een gokpaleis om met eigen ogen te zien hoe het er daar aan toegaat .’ Binnen de kortste keren was hij gerustgesteld. ‘Waar ik heb rondgekeken werd geen alcohol geschonken en waren jongeren geen doelgroep.’ In de gedachtegang van de wethouder waren dat kennelijk de hete aardappels. Hij is nu om, ‘de gemeenteraad moet beslissen, maar ik verdedig het hotelplan inclusief een casino.’ De Hoornse raad inmiddels een beetje kennende komt die gokhal er dus wel, de wethouder kan rustig op twee oren gaan slapen.
Wat ik me nog afvraag is of de wethouder ook op gevoel heeft gehandeld toen het om woningbouw pal naast de atletiekaccommodatie ging. Ik denk zomaar van wel. Met z’n ogen dicht zag hij prachtige huizen staan tussen de Kleine Wijzend en de atletiekbaan en ongetwijfeld dacht hij ‘kassa!’ En omdat er geen hogere machten waren die hem zeiden dat hij een onderzoek moest in-stellen naar de invloed van een rijtje huizen op de sportvoorziening c.q. van de sportvoorziening op een rijtje huizen besloot hij intuïtief en op eigen gezag dat het plan om huizen naast de baan te bouwen door moest gaan. Wij hebben nog geprobeerd - meer dan eens zelfs - om het al half door hem doorgeslikte plan uit z’n strot te trekken, maar onze macht was niet toereikend genoeg om dat voor elkaar te krijgen. Was onze naam maar BAM geweest of Van der Valk.
Mt.